Opmerkelijk: 'Zo vaak hebben Belgische scheidsrechters al steken laten vallen'
Het lijkt wel alsof er een storm woedt in de Belgische scheidsrechterswereld. Na een reeks foute beslissingen neemt de kritiek op het functioneren van onze scheidsrechters toe.
‘Het Nieuwsblad’ kreeg zo de kans om gegevens van het Referee Information System (RIS) te bekijken. Dit is het computersysteem dat de KBVB gebruikt om scheidsrechters te evalueren, waarbij sleutelbeslissingen worden beoordeeld door (voormalige) scheidsrechters uit het buitenland.
Hoewel deze gegevens normaal gezien geheim zijn, kwamen enkele resultaten (tot en met speeldag 20) aan het licht.
Wat blijkt? Lawrence Visser heeft dit seizoen het vaakst sleutelbeslissingen verkeerd beoordeeld (slechts 71,4 procent nauwkeurigheid). Opvallend, gezien zijn goede reputatie bij de UEFA. Daarentegen presteerden Bram Van Driessche (97,3 procent) en Jasper Vergoote (91,4 procent) veel beter en behoren zij tot de top.
Opvallend is dat Visser als VAR opvallend goed scoort. In de 23 wedstrijden waarin hij als videoref fungeerde, maakte hij slechts één foutieve beslissing. Een schril contrast met Jan Boterberg, de VAR in de beruchte Anderlecht-Genk wedstrijd eind december, die vier keer de fout inging in twaalf wedstrijden.
Ook werd er een overzicht bijgehouden van verkeerde interventies per club. Anderlecht en Charleroi werden het vaakst benadeeld, terwijl OHL het meest werd bevoordeeld. Het is echter belangrijk op te merken dat niet elke beoordelingsfout even zwaar weegt. Zo heeft een rode kaart bij een 0-0 stand minder impact dan bij een 3-0 voorsprong. Dit betekent dat er nog meer clubs zijn die reden hebben tot klagen.
