Belgisch toptalent droomt van Club Brugge: "Indrukwekkende carrière"
In de jeugd van Club Brugge lopen er heel wat getalenteerde spelers rond, maar die zijn lang nog niet zo bekend. Al springt één naam wel onmiddellijk in het oog als je de spelerslijsten bekijkt: Lars Dendoncker - jawel, broer van Anderlecht-speler Leander.
De blauw-zwarte Dendoncker wordt dikwijls vergeleken met die van paars-wit. "We zijn inderdaad vergelijkbare spelers. We hebben veel gemeenschappelijke kenmerken en ik word uiteraard ook regelmatig aangesproken als ‘de broer van.’ In het begin vond ik dat wat raar, maar ondertussen kan ik er wel mee omgaan", zegt Lars in een gesprek met Krant van West-Vlaanderen. "Zoals veel ‘broers van’ is het echter mijn ambitie om dat stempeltje kwijt te geraken. Dat kan enkel door zelf een indrukwekkende carrière uit te bouwen", benadrukt de beloftevolle speler van Club Brugge.
In tegenstelling tot Leander, speelt Lars al graag eens in de defensie. “Bij Club Brugge speel ik steevast op het middenveld, maar bij de nationale ploeg word ik als centrale verdediger uitgespeeld. Aanvankelijk had ik wat aanpassingstijd nodig, maar intussen sta ik even graag centraal achterin. Het is leuk om nu eens van een andere positie te kunnen proeven. Het maakt me een completere voetballer.”
"Profcontract? Bewijst dat Club iets in me ziet"
Dendoncker is nog amper 17, maar kreeg wel al een profcontract bij Club. "Het bewijs dat ze wel iets in me zien", klinkt het. "Of dat extra druk met zich meebrengt? Neen, dat kan ik makkelijk van me afzetten. In een bekerwedstrijd mocht ik dit seizoen voor het eerst invallen bij de beloften, een mooie kans die ik met beide handen gegrepen heb.”
Tot slot heeft Lars het ook over samenspelen met zijn broer Leander. “Of het een droom is om ooit samen te spelen? Zeker. Bij Club Brugge zie ik dat gezien het verleden van Leander bij Anderlecht niet meteen gebeuren. We dromen er wel beiden van om ooit eens een avontuur in het buitenland aan te kunnen gaan. Misschien ooit samen centraal op het middenveld in Spanje… Wie weet.” (lacht)