Clement: "Ik was eigenlijk daar graag coach geworden"
Philippe Clement doet het uitermate goed in zijn debuutseizoen als hoofdcoach. Eerst liet hij Waasland-Beveren goed voetballen, met goeie resultaten tot gevolg. Nadien verhuisde hij naar RC Genk. Tijdens het seizoen dan nog en dat zorgde voor aardig wat kritiek. Hij is ze echter wel naar Play-off 1 aan het loodsen en Genk heeft ook een ticket voor de bekerfinale op zak.
Club Brugge
Toch had het allemaal anders kunnen lopen. Hij had ook op de stoel van Ivan Leko kunnen zitten. Leko is sinds afgelopen zomer de coach van Club Brugge. Clement had dat ook heel graag geworden. Hij was jarenlang de assistent van Michel Preud'homme. Hij leek dan ook de logische opvolger van de oud-doelman te worden.
Het verrast Clement niet dat Club zo autoritair aan de leiding staat. "Neen. Daarom was ik daar ook graag hoofdtrainer geworden, omdat ik heel erg overtuigd was van de kwaliteiten die ze al hadden voor het seizoen. Ik heb ook nog Marvelous Nakamba mee gescout. Ik wist dat ze het goed gingen doen", zegt hij.
"Ik wist dat Club Brugge het goed ging doen"
Clement is nu trainer van Genk. Een carrièreplanning heeft hij niet. "Nee. Dat had ik ook nooit als speler. Het zou wel eens kunnen dat ik hier lang blijf, misschien wel heel lang, als ik kan blijven werken zoals ik het wil. Mijn doelen, mensen beter maken en winnen, waren met Waasland-Beveren moeilijker geworden op lange termijn. Hier kan dat wel. Ook dat heeft meegespeeld in mijn beslissing."
Bij Genk greep Clement meteen in. "Al bij de eerste training ben ik enorm geschrokken hoe hoe weinig vertrouwen de spelers hadden en in welke fysieke toestand ze zich bevonden. Ik had voor die eerste training van alles gepland, maar na een uur zag ik hun kaarsjes zo uitdoven. Ik dacht: als ik nu doe wat ik van plan ben, komen er bij die twaalf in de ziekenboeg nog een paar bij", vertelt de trainer.
Stappen gezet
"Van de resultaten van de maximaaltesten die we voor de stage afnamen, schrok ik opnieuw", vervolgt Clement. "Dus zijn we dat stap voor stap gaan aanpakken. Op stage hielden we lange trainingen om aan de basisconditie te werken. Ondertussen wist ik al wel dat ik daarna van wedstrijd tot wedstrijd zou moeten puzzelen aan een elftal, omdat geen van mijn spelers in staat was om 8 wedstrijden in 24 dagen af te werken op een goed niveau. Dat mijn spelers vervolgens in Jan Breydel méér kilometers aflegden dan die van Club Brugge, toont aan dat we stappen gezet hebben."